Terug - Item van de maand oktober 2017
In oktober 1942 werd SS-Obersturmführer Albert Konrad Gemmeker benoemd tot commandant van het Polizeiliches Judendurchgangslager Westerbork. Hij streefde ernaar het kamp zo goed mogelijk te laten functioneren. Zo lang hij kon voldoen aan zijn voornaamste verantwoordelijkheid, het laten plaatsvinden van de door hogerhand opgelegde deportaties, bemoeide hij zich zo min mogelijk met het dagelijkse leven in het kamp.
Het interne functioneren van het kamp lag in handen van de Joodse gevangenen zelf. Dit systeem was reeds ingevoerd toen Westerbork nog als vluchtelingenkamp onder Nederlandse leiding stond. Onder leiding van de Joodse kampstaf, die bestond uit Joodse gevangen die al lange tijd in het kamp verbleven (Alte Lagerinsassen), opereerden verschillende diensten die verantwoordelijk waren voor het dagelijkse leven in het kamp. De meest machtige Joodse gevangene in Westerbork was Kurt Schlesinger: zijn administratieve afdeling was verantwoordelijk voor het samenstellen van de deportatielijsten.
In Oorlogsmuseum Eyewitness wordt een uitzonderlijke collectie armbanden getoond die door leden van de verschillende Joodse diensten in het kamp gedragen werden. Zo waren zij herkenbaar in hun functie. De armbanden staan daarmee symbool voor de tweedeling tussen de gevangenen in Westerbork: de gevangenen die een relatief veilige positie in de kampdiensten vervulden en de overige gevangenen die moesten vrezen voor deportatie.