Terug - Item van de maand mei 2021
De Slag om de Grebbeberg, van 11 tot 13 mei 1940, was de zwaarste slag tussen Nederlandse en Duitse troepen tijdens de Duitse inval in Nederland in mei 1940. Drie dagen lang werd er hard gevochten om dit deel van de Grebbelinie.
De gehele Grebbelinie liep vanuit de Grebbeberg noordwaarts richting IJsselmeer en leunde ter verdediging sterk op inundaties in het gebied voor de linie. Deze inundaties zorgden ervoor dat de Grebbelinie op drie hoger gelegen plaatsen over land doorbroken kon worden: naast de Grebbeberg waren dit een gebied in de omgeving van Amersfoort en de Emminkhuizer Berg bij Veenendaal.
De Grebbelinie zelf bestond uit twee loopgravenstelsels: de frontlijn en de stoplijn. Daarnaast waren in het frontgebied nog voorposten geplaatst die tot taak hadden voorbereidingen en naderingen van vijandelijke eenheden te constateren maar in het Nederlandse plan ook een eerste verdedigende rol kregen toebedeeld. In het gebied achter de stoplijn waren artillerie, commandoposten, medische posten en andere ondersteunende eenheden ondergebracht.
Groot nadeel van dit systeem was het feit dat er in het hele stelsel geen verbindingsloopgraven waren gegraven. Ook bedroeg op de Grebbeberg de afstand tussen de front- en stoplijn ongeveer een kilometer. Daar komt bij dat het Nederlandse leger over onvoldoende geschikte communicatiemiddelen beschikte om, vanwege het ontbreken van de verbindingsloopgraven, een goede communicatie tussen loopgraven en posten mogelijk te maken. Vanwege weerstand vanuit civiele autoriteiten en vanuit kostenoogpunt was tevens het (voor)terrein onvoldoende vrijgemaakt van obstakels die de Nederlandse verdediging een vrij schoots- en zichtveld zouden geven en oprukkende vijandelijke eenheden dekking zouden kunnen bieden.
Vanuit Duitse zijde was het in de maanden voorafgaande aan de inval in Nederland mogelijk geweest de opbouw van de Grebbelinie uitgebreid te kunnen verkennen. Tot halverwege april 1940 was de Grebbelinie vrij toegankelijk waardoor iedereen ongestoord een kijkje konden nemen. Berucht is daarnaast de uitkijktoren in het op de Grebbeberg gelegen Ouwehands Dierenpark waar vanuit een vrij uitzicht over het hele gebied mogelijk was. Ook verschafte het gebied ten oosten van Wageningen de Duitsers een goede plaats voor het opstellen van artillerie en was het gebied vanaf de Duitse grens goed bereikbaar.
Dit alles leidde ertoe dat de Duitse legerleiding had besloten dat de Grebbelinie bij de Grebbeberg doorbroken moest worden. Deze taak lag in handen van de Duitse generalleutnant Carl von Tiedemann, commandant van de 207. Infanterie-Division. Daarnaast stond de SS-Standarte Der Führer ook ter beschikking van Von Tiedemann. Deze eenheid bestond uit 6000 zeer goed geoefende en fanatieke troepen die erop gebrand waren hun waarde in het gevecht te bewijzen.
De militairen van Der Führer kregen door generaal Von Tiedemann de rol van stoottroepen toebedeeld. Hun taak was het om in hoog tempo en doelgericht de Nederlandse verdediging te doorbreken en daarmee de weg vrij te maken voor eenheden van de 207. Infanterie-Division.
De Nederlandse verdediging bij de Grebbeberg, bestaande uit het 8e Regiment Infanterie en ondersteund door eenheden van het 19e en 11e Regiment Infanterie en artillerie, bood meer weerstand dan door de Duitse bevelhebbers op voorhand was verwacht. Pas op de derde dag van het offensief wisten Duitse eenheden, met lucht- en artilleriesteun, de Nederlandse weerstand definitief te breken.
Vanuit Nederlandse zijde had het gebrek aan een goede communicatie en verbindingen, en daarmee samenhangend het niet adequaat kunnen reageren op Duitse doorbraken, een langdurige en gedegen verdediging onmogelijk gemaakt. Om vergelijkbare redenen liepen Nederlandse tegenaanvallen op 11 en 13 mei al vrij snel vast. De Nederlandse eenheden konden het snelle en mobiele gevecht dat door de Duitse manier van opereren werd opgedrongen, simpelweg niet aan. Dit leidde ertoe dat Von Tiedemann in staat was continu het initiatief te behouden en plaatselijke doorbraken snel kon uitbuiten.
De generaalspet van Von Tiedemann is daarmee in Oorlogsmuseum Eyewitness een van de waardevolste objecten die herinneren aan de Slag om de Grebbeberg. Een slag waarin enkele cruciale verschillen tussen het Nederlandse en Duitse leger van bepalende doorslag waren.