Terug - Item van de maand augustus 2017
Op 30 augustus 1942 werd de Noorse olietanker Vardaas door de Duitse onderzeeboot U-564 tot zinken gebracht. De U-564 stond op dat moment onder het commando van kapitänleutnant Reinhard Suhren. De Vardaas zou het laatste schip zijn dat door hem werd getorpedeerd.
Gedurende zijn jaren als onderzeebootofficier, eerst op de U-48 en vanaf april 1941 als commandant van de U-564, was Suhren verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van veel geallieerde schepen. Deze successen hadden Suhren reeds in november 1940 het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes opgeleverd, gevolgd door de toevoeging van het Eichenlaub in december 1941. Een dag na het zinken van de Vardaas werd hem vervolgens het Eichenlaub und Schwertern zum Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes toegekend, een zeer hoge erkenning.
In Oorlogsmuseum Eyewitness worden het Eichenlaub und Schwertern van Suhren tentoongesteld: een klein maar uniek en bijzonder object. Suhren was de 18e ontvanger van deze zeer hoge onderscheiding. Naast Suhren werd deze onderscheiding aan slechts vier andere marineofficieren gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog toegekend. In het museum is naast de onderscheiding een originele Hoffmann-persfoto geplaatst van het moment waarop Suhren door Hitler persoonlijk de onderscheiding krijgt overhandigd.
Suhren werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door Britse troepen in Oslo gevangen genomen. Hij bekleedde op dat moment de positie van Führer der U-Boote Nordmeer in de rang van Fregattenkapitän. In april 1946 werd Suhren uit krijgsgevangenschap vrijgelaten. Hij overleed op 25 augustus 1984 in Halstenbek, Duitsland.